Welke onderwerpen horen er in een Online
Marketingcommunicatieplan (OMCP)? Laten we eerst de vraag beantwoorden wat een
OMCP is. Binnen de marketing hebben we in het algemeen te maken met een
Marketingplan, een Marketingcommunicatieplan en een Communicatieplan. Deze
plannen lijken erg op elkaar, maar hebben een heel verschillende focus en
functie.
Het
Marketingplan is een rapport waarin de inspanningen van een organisatie worden
weergegeven en benoemd om aan de wensen en behoeften van de (potentiële)
afnemers te voldoen. Het plan benoemt de
inspanningen die nodig zullen zijn om ruil van waarden tot stand te brengen. In het Communicatieplan wordt aangegeven op
welke manier en met welke middelen een boodschap stelselmatig zal worden
gecommuniceerd met de verschillende doelgroepen van de organisatie. Het
Marketingcommunicatieplan (MCP) zit als het ware tussen deze twee plannen in.
Door middel van het MCP wordt duidelijk op welke manier en met welke
instrumenten en middelen een organisatie een doelgroep benadert om tot
waarderuil te komen.
Wanneer deze plannen worden gemaakt voor de digitale wereld,
dan spreken we van een Online Marketingplan of een Online Communicatieplan. In
principe hoeft dat natuurlijk niet. Een organisatie ontwikkelt een plan dat
zowel in de offline als de online wereld gerealiseerd kan worden. Offline en
online horen bij elkaar. Omdat de online wereld relatief nieuw is en er veel
nieuwe technieken en ontwikkelingen zijn, kan er een apart online plan worden
gemaakt. Deze plannen moeten wel in overeenstemming zijn met de algehele
doelstellingen en visie en missie van een organisatie.
Het antwoord op de vraag, welke onderwerpen horen er in een
OMCP, wordt weergegeven in de bovenstaande figuur. Per stap kijken we er naar.
Stap 1. Inleiding/probleemstelling
In deze eerste stap moet er inzicht en kennis worden
vergaard over de organisatie. Vragen die een Internetmarketeer kan stellen aan
de opdrachtgever zijn:
- Wat voor soort organisatie is het? Wat is de omvang van de organisatie? Wie is verantwoordelijk voor welke activiteiten?
- Wat is het huidige ‘product’ aanbod? Dat kan natuurlijk ook een dienst zijn. Wat is de huidige Online Value Proposition?
- Welke visie en missie en doelen heeft de organisatie?
- Wie behoren tot de huidige doelgroepen? En welke belangengroepen zijn er?
- Is er een marketingcommunicatiebudget? Is er een medewerker verantwoordelijk voor de marketingcommunicatie?
Stap 2. Analyse
De tweede stap is het analyseren van de markt en de omgeving
waarbinnen de organisatie of het product aanwezig is. Om als Internetmarketeer
een plan te kunnen maken, zal hij of zij zich eerst op de hoogte moeten stellen
van de omgeving, zowel intern als extern, en het product. Bij de interne
analyse is het van belang om vragen te stellen als:
- Wat is het organigram? Wie doet wat?
- Welke problemen heeft de organisatie?
- Wat is bijvoorbeeld het aantal verkopen of gesprekken of bezoekers waarmee de organisatie heeft te maken?
- Waarin is het bedrijf sterk? Wat is de identiteit van de organisatie of het product?
De externe analyse is wat uitgebreider. De meeste informatie
zal uit deskresearch komen. Of uit reeds bestaande en aanwezige informatie
binnen de organisatie. Vragen die een Internetmarketeer zal moeten beantwoorden
zijn bijvoorbeeld:
- Hoe wordt de markt gedefinieerd waarbinnen de organisatie functioneert? Hoe groot is de vraag binnen de markt?
- Wie zijn de afnemers of gebruikers binnen de markt? Welke belangengroepen zijn er? Op welke manier handelen de gebruikers? Hoe ziet het besluitvormingsproces in elkaar voor het product?
- Wie zijn de concurrenten? Wat doen de concurrenten online? Welke activiteiten voeren de concurrenten uit? Als Internetmarketeer kan je een benchmark maken.
- Welke spelers zijn er binnen de markt? Welke zoekmachine is van belang, welke intermediairs zijn er? Welke online platformen zijn van belang? Wie zijn online partners? Hoe zit het verkoopproces in elkaar. Zijn er vergelijkingssites? Belangrijke blogs?
Deze analyse kan worden samengevat in essentiële
mogelijkheden, in kansen en inzichten.
Stap 3. Het vaststellen van
doelstellingen
Bij het stellen van doelen zal er interactie met de
opdrachtgever moeten zijn. Wat wil de organisatie? Welke richting wil de
organisatie op? Als Internetmarketeer zal je ook tegengas kunnen geven en
vooral structuren
aangeven. De doelen moeten SMART geformuleerd worden. Dan is het ook eenvoudiger om te meten of de doelstellingen zijn gerealiseerd. Wat wil de organisatie online bereiken? Verkopen van producten? In contact komen met potentiële klanten? Verkrijgen van naam en adres gegevens? De doelstellingen voor de online activiteiten kunnen worden onderverdeeld in: Reach, Act, Convert en Engage.
aangeven. De doelen moeten SMART geformuleerd worden. Dan is het ook eenvoudiger om te meten of de doelstellingen zijn gerealiseerd. Wat wil de organisatie online bereiken? Verkopen van producten? In contact komen met potentiële klanten? Verkrijgen van naam en adres gegevens? De doelstellingen voor de online activiteiten kunnen worden onderverdeeld in: Reach, Act, Convert en Engage.
- Reach: welke activiteiten worden er ondernomen om in contact met de doelgroep te komen. Hoeveel leden van de doelgroep moeten worden bereikt?
- Act: op welke manier en hoe wordt er interactiviteit gerealiseerd. En om welke interactiviteit gaat het?
- Convert: om welke conversie gaat het en om welke aantallen?
- Engage: hoe worden de klanten en gebruikers ‘vastgehouden’? Wat zijn de doelstellingen om de bezoekers terug te laten komen?
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEizw3cxawfPq5Sdd6WywLaL64MFdSXLD99RRJpdU1PoizmhJk_7FUbtPXQvX5NU20Ay8yMqrWjwxqJwJ98APQWljoLtdQB9MebrElMpm7V9RCWFHSONgRSUsa85gU2ypYdVvS8J40nJSso/s400/omcprace1.jpg)
Stap 4. Vaststellen van de strategie
De term strategie is breed en moet binnen de context worden
gezien. Binnen een OMCP betekent de strategie de keuze van, aan de ene kant de
doelgroep en de kennis over de doelgroep, en aan de andere kant een positionering
en propositie. Belangrijke vragen en activiteiten voor de Internetmarketeer:
Doelgroep. Om
welk segment gaat het? Op welke manier is de doelgroep omschreven? Welke
behoeften heeft de doelgroep? In hoeverre is de doelgroep betrokken bij het
product? Hoe zit de DMU in elkaar? Welke voordelen zoekt de doelgroep? Wat is
belangrijk aan het product voor de doelgroep? Wat leest de doelgroep? In
hoeverre heeft de doelgroep kennis van het product? Welke belangengroepen zijn
er? Hoe liggen de krachten binnen de doelgroep? Met behulp van deskresearch
kunnen veel vragen worden beantwoord, maar een paar gesprekken met leden van de
doelgroep geeft al zo veel méér informatie.
Positionering.
Positioneren is het creëren van een onderscheidende positie ten opzichte van de
concurrent in de perceptie van de afnemer. Wanneer een organisatie de
positionering wil vaststellen is het dus van groot belang een goede concurrentieanalyse
te hebben uitgevoerd of een benchmark op de onderdelen van het aanbod die
voorzien in de behoeften van de afnemers. In het OMCP gaat het om een merk- en
communicatiepositionering. Er wordt een keuze gemaakt uit elementen van het
product die onderscheidend kunnen werken. Bij de communicatiepositionering gaat
het om de vraag hoe een organisatie zich in de markt profileert. Dus er wordt
bepaald op welke manier en met welke vormen en symbolen en toon en naam en
media wordt gecommuniceerd.
Een organisatie kan kiezen voor een informationele
positionering, waarbij de nadruk ligt op de functionele eigenschappen en
voordelen van het product. Dat kan zijn dat het product de beste oplossing is,
of dat de prijs het meest gunstig is, of de leveringsvoorwaarden het
beste. Er kan ook worden gekozen voor
een transformationele positionering. Dat is een positionering die inspeelt op
de behoeften die afnemers hebben om een product te kopen. Als producten
onderling weinig verschillen vertonen, dan kan de transformationele
positionering een goede uitkomst bieden. Waarden, zoals ‘gezelligheid’ en ‘gemak’
worden centraal geplaatst. Bij een tweezijdige positionering is er sprake van
functionele aspecten die worden verbonden met de waarden en behoeften van de
afnemer. Ten slotte is er een uitvoeringspositionering, waarbij de
positionering uitgaat van de uitvoering van de campagne. In principe wordt er
een essentieel element gekoppeld aan het product, zoals de leeuw van ING of de
filiaalmanager van AH.
Online Value
Proposition. Als de doelgroep bekend is en de positionering is vastgesteld
en het is duidelijk wat er bereikt moet worden, dan kan de centrale boodschap
en het aanbod (propositie) worden bepaald. De propositie geeft aan wat het
product voor de afnemer kan betekenen.
Concept. Tot slot
wordt er binnen de strategiefase het concept ontwikkeld. Dat is een creatieve
vertaling van de propositie. Op welke manier wordt de boodschap overgebracht?
Hoe wordt de positionering vertaald?Bij het bepalen van de online value
proposition en het ontwikkelen van het concept, zal er altijd afstemming moeten
plaatsvinden met de afnemersgroep. Het testen van het concept (concepttest)
heeft als voordeel dat direct duidelijk wordt of het idee ‘overkomt’ bij de
afnemers.
Stap 5. De in te zetten instrumenten,
middelen en technieken
Om de boodschap over te brengen en om het gedrag van de
afnemers te beïnvloeden en om te converteren moeten er communicatie
instrumenten en middelen en bepaalde Internet technieken worden ontwikkeld en
ingezet. Welke er gebruikt worden, is afhankelijk van de doelstellingen, van de
doelgroep en van de strategische keuzes die zijn gemaakt, maar ook afhankelijk
van het budget.
- Instrumentkeuzes: bannering, website, app, e-mailmarketing, betaalde ads, online PR, viral enz.
- Middelenkeuzes: Mobiel, PC, Televisie, Tablet enz.
- Techniekenkeuzes: zoekmachinemarketing, affiliatemarketing, behavourial marketing enz.
Op welke manier wordt een afzonderlijk instrument ingezet?
Wat is het doel daarvan? En hoe gaan de verschillende instrumenten elkaar
versterken? Via bijvoorbeeld een e-mail kunnen de afnemers op een landingspagina
terechtkomen.
Stap 6. Budgettering
Een heel belangrijke stap binnen het OMCP is het vaststellen
van het budget. Dat zal soms op basis van een schatting zijn,
omdat de kosten afhankelijk zijn van het klikgedrag en de conversie. Maar er
zijn ook vaste kosten die wel goed begroot kunnen worden. Bij het vaststellen
van het budget moet de Internetmarketeer ook nadenken over het aantal uren dat
iemand per dag of per week nodig heeft om de facebook pagina bij te werken of
om te twitteren of om google analytics te lezen. Deze tijd hoeft niet omgezet
te worden naar kosten. Het moet alleen duidelijk worden dat er binnen een
no-budget wel degelijk online mogelijkheden zijn. Het kost echter tijd.
Als we naar de doelstellingen kijken dan kunnen daar ook de
kosten uit worden gedestilleerd.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEj-_HkptA_oAOPA3auL4w8jmZFlJ-0BwToeJ5F4-JGtZb_7Z6YsSbZAs2dRAICNRTinyvk39FMoMofDJZpSsrDKZYMvzbMpx6gTth-lkN9FoU5PMEQrEG0uYSwetxTIVBCra2RNaIFLXzQ/s400/omcp+race2.jpg)
Stap 7. Uitvoering, evaluatie en
beheersing
Binnen het OMCP wordt aangegeven op welke manier de
afspraken worden nagekomen en uitgevoerd. Wie doet wat en wanneer? Hoe wordt er
geëvalueerd? Wie kijkt naar de analytics? En wanneer wordt er aan de bel
getrokken? Dat betekent vooral dat er een duidelijk schema van acties,
activiteiten en inzet moet worden gemaakt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten